Incubus
heel helder zagen we de dingen toen nog niet
er was de angst voor de zon die de aarde
over vier miljard jaar zou verzwelgen en
we wisten dat er langer dinosauriërs waren
dan mensen, het hield de wereld in evenwicht
we konden ons voorttrekken, van angst naar angst
zoals je je voorstelt de overkant naar je toe te trekken
op een pont, je coördinaten bepaalt aan de hand
van opgespoten eilanden vol woonflats en hotels
er is een kans dat ons heelal een cel is uit het lichaam
van een reus, een dom en aapachtig wezen in een grot
dat je in de spiegel kijkt, in jezelf geen mens herkent
steeds meer je lijf uitgroeit, er iedere nacht uit treedt
dat een kwade geest je in je slaap bezoekt en je bezit
we zaten in ballenbakken op verjaardagsfeestjes
vertelden elkaar spookverhalen: zorg dat je nooit
wakker bent om middernacht en zo wel, verschuil je
dan onder de dekens, anders komen doden je halen
ik wou alleen dat iemand me gewaarschuwd had
voor de onmeetbaarheid van dagen, woeste maar
ledige gebaren, schuldgevoel en wrok, het besef
een van anderen te zijn, zinloos maar vol doodsangst
dat je alleen in bed ligt maar alles nog te vrezen hebt
Eerder verschenen in Liegen op een hoger plan (2014), Uitgeverij van Gennep
Top 10 Turing Gedichtenwedstrijd 2014